Image thumbnail

Algemeen

Alhoewel we nog steeds niet weten hoe COVID19 werkt, is nu wel duidelijk dat het versterken van je immuunsysteem helpt. Geen garantie overigens, maar de roep om leefstijl als medicijn te volgen, wordt steeds groter. Voldoende vitamine D, en uiteraard ook vitamine C, helpt je weerstand te verhogen. Niet voor niets wordt gezegd dat je voldoende groente en fruit moet eten. Eigenlijk weten we dat al jaren, maar juist in deze tijd valt dit niet mee. De verleiding om ongezond te eten wordt immers alleen maar groter in moeilijke tijden.  We verwennen ons zelf met extra wijn en snacken wat af. Zelf ben ik de eerste die zwicht, maar ik weet rationeel dat aanbod en confrontatie je verleiding bepaalt. Is ongezond eten minder zichtbaar en duurder, dan eet je het minder. Dit geld ook andersom voor groente en fruit. Deze week

Elke dag is voor mij anders sinds Corona. Ik leef in gespleten werelden. De ene dag praat ik met Retailers die alle zeilen bij moeten zetten om voldoende aanbod te hebben voor de grote vraag. Met mensen die extra uren draaien om ons voedsel in de winkel te krijgen. De andere dag met ondernemers, waar bijna geen omzet binnenkomt vanuit Foodservice klanten. Thuis hoor ik in een videocall dat familie overuren draait op de Corona-afdeling. Zelfs het HBO-V diploma moet wachten, want je bent eerst nodig op de werkvloer. Dit terwijl haar vader in de evenementenbranche duimen draait, en geen inkomsten meer heeft in het komende half jaar. Een schrijnende tegenstelling van druk versus zich vervelen, van overwerk versus inkomen-loos, ziek versus gezond. Corona lijkt de wereld in tweeën te splitsen en toch lijkt het naast elkaar te kunnen bestaan. Waar

  Herken je dit gevoel? Dat je beseft dat je gezond moet eten om je weerstand te verbeteren in  deze Coronatijd, maar dit niet doet.  Dat je rationeel wel weet dat eten van verse groenten en fruit nu nodig is, maar dat je toch liever pizza kiest. Dat je je zorgen maakt om de wereld om je heen, en tegelijkertijd een positief voorbeeld wil zijn voor je kinderen. Dat je al langere tijd met het hele gezin thuiszit en het huis dan wel erg vol is. En je minder beweegt omdat de sportschool dicht is, en toch stiekem zwaarder wordt omdat je niet meer heen en weer naar je werk gaat.  Juist dan is het moeilijk om je ratio te volgen en gezond te blijven eten.  Het woord emotie-eten is niet voor niets uitgevonden. Hieraan moest ik denken toen ik deze week

Januari is de maand van het vooruitkijken. Trendwatcher geven ons een blik op de toekomst en inzicht in groeidrijvers van consumentengedrag. Op de Horecava barst het van de food innovaties en scharen startups en grote partijen zich achter een dezelfde betere wereld en plantaardige voeding. Genoeg inspiratie dus maar voor welke kopersgroep is de grote vraag. Op het FSIN-congres werd hier door verschillende sprekers anders over gedacht. Natuurlijk wijst Jan Willem Grievink ons op de Millenials en generatie Z. Als marketeer weet je dat de jongere generaties ons als geen ander beïnvloeden in gedrag. Zij veranderen de foodwereld. Zij wijzen ons op een beter gebruik van onze wereld en passen hun voedingspatroon hierop aan. Maar zij eten ook meer buitenshuis. "65% van de consumptie buitenshuis in 2030 zal door Millenials en Gen Z geconsumeerd worden" voorspelt Jan Willem. Een belangrijke doelgroep

De vraag "Wat eten wij in de toekomst" houdt mij weleens bezig. Logisch, als je beseft dat de wereldbevolking in 2050 groeit naar ongeveer tien miljard mensen en onze planeet niet voldoende voedsel zal opbrengen. In ieder geval niet op de manier waarop we nu eten en voedsel produceren. Minder vlees en meer plantaardig eten wordt de norm. Niet voor niets groeit het aantal flexi-tariërs en vegetariërs pijlsnel. We maken ons bezorgd om ons voedsel en willen ons steentje bijdragen aan een betere wereld. Minder eten en eiwitrijk eten wordt de toekomst. Maar is eten dan nog wel aantrekkelijk? Een artikel over duurzaamheid en voedsel in de supermarkt van de toekomst, prikkelde mijn fantasie. Al besef ik dat de auteur een inkijkje geeft over voeding over dertig jaar, toch denk ik dat de ontwikkeling snel kan gaan. Echter van de opsomming van

"Als eten niet de oplossing is" als kop van een artikel, triggert mij om door te lezen. Zeker in december is het immers herkenbaar dat we ons volstoppen met eten. De vraag is waarom? Voor de gezelligheid? Omdat het hoort? Omdat we anders ons eenzaam voelen in deze donkere dagen? We worden verleid karrenvol eten in te slaan voor de feestdagen en het draait allemaal om emotie. Niet voor niets zijn de kerstcommercials van de Retailers emotie gedreven. 'Als honger niet het probleem is, is eten niet de oplossing' stelt de schrijver. Tja dat kan je wel zeggen, maar in onze welvarende consumptiemaatschappij worden we 24 hours verleid om te eten. Niet voor niets verschuift het aantal maaltijden van drie keer per dag naar zeven kleinere porties. Om maar niet te spreken over ons dagelijks snackgedrag waarin we vooral koek, repen,

Verantwoordelijkheid nemen voor het behoud van onze wereld is helemaal in. Vanuit het besef dat we over een aantal jaren de wereldbevolking niet meer kunnen voeden, lijkt iedereen op zijn manier een steentje bij te dragen. Generatie Z eet vegetarisch of vegan en checkt de herkomst van alles wat zij in haar mond stopt. Plastic wordt vermeden en tweedehandskleding is hip. Wij, als ouders van deze generatie, laten ons stiekem beïnvloeden en eten ook af en toe geen vlees. We plaatsen zonnepanelen, recyclen ons afval maar stappen tegelijkertijd wel in het vliegtuig naar Azië, dat de laatste tijd zo lekker goedkoop is. Want daarin zijn we dan ook een echte schizofrene momentconsument: We willen wel, maar het moet wel leuk blijven. Gelukkig zijn er voorlopers die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Formules als Ikea heeft niet alleen "hout" in haar genen, maar heeft al

"Eten is belangrijker dan ooit en moet je overal kunnen kopen" wordt wel gesteld. Als consument eten we inmiddels 24 hours en op elke plaats die je maar kunt bedenken. "Any where, any time" zetten marketeers dan in hun strategie en zorgen ervoor dat hun merk overal zichtbaar en verkrijgbaar is. `Omnichannel denken` noemen we dat, alhoewel dit natuurlijk veel meer inhoudt dan dit. Ook bij (Retail)Formules in Food is het kwartje gevallen. Niet voor niets koopt Jumbo La Place en gaat een samenwerking aan met Hema. De winkels van deze keten in gewilde steden zijn perfecte traffic locaties en ook het geliefde La Place is op meer dan 100 toplocaties door het land verspreid aanwezig. Op deze manier kun je als organisatie invulling geven aan een omni-channel strategie, door gewoon op tijd te schaken op het grote schaakbord dat "onderweg"

Dat fastfood en vegetarisch heel goed samengaan is eigenlijk vreemd. We willen met zijn allen minder vlees eten maar het liefst zo gezond mogelijk. Gen Z loopt hierin voorop en overtuigt onze generatie van de noodzaak.  Maar ondertussen is dit wel de groep die zorgt voor de groei bij de fastfoodketens. Hoe kan dit samengaan? Volgens FSIN en Euromonitor cijfers groeien de fastfoodketens, en zeker de "burger” aanbieders de pan uit. Zou dit dan toch komen doordat koploper MC Donalds haar aanbod aanpast op de Vega-trend en kennelijk de smaak van de Veggi burger goed genoeg is voor de snelle hap? Ook het aanbod in vleesvervangers en hybride burgers groeit. Over smaak valt te twisten, maar dat hier een verbeterslag op het product plaatsvindt, valt niet te ontkennen. Deze week las ik verschillende nieuwsberichten over dit onderwerp. Allereerst liet Burger King met

De vraag "Wat eten we vandaag?" komt elke dag terug. Of je wilt of niet, er komt een moment op de dag dat er toch "eten geregeld moet worden". Alleen voor jezelf, je partner of een heel gezin; het levert ons hoofdbrekens op. En uit onderzoek blijkt dat we steeds later op de dag en impulsiever besluiten.  Waar we voorheen al nadachten bij de weekboodschappen over het eten van de komende week, gaan we nu einde middag nog langs de retailer voor het eten van vandaag. Of nog gemakkelijker, we laten het thuisbezorgen. Een jaar geleden introduceerde Inga Blokker van het FSIN de term "mentaal gemak" al. Tijdens Quo Vadis sessies discussieerden we met leveranciers en retailers over de groeiende behoefte bij consumenten om "niet na te hoeven denken" over "wat eten we vandaag". Regelmatig gebruik ik de term en merk